De twintigste eeuw kende grote historische, culturele en technische omwentelingen. De architectuur van deze eeuw onderscheidt zich enerzijds door een verscheidenheid aan stijlen en bouwtechnieken, soms behoorlijk innovatief en experimenteel, maar anderzijds ook door de versnelling van theorieën. Stedenbouwkundigen neigen soms naar (te) zware ingrepen in dit erfgoed dat vaak onbekend en moeilijk te restaureren of te renoveren is, maar nochtans even waardevol is als al het andere.